Terug
Gepubliceerd op 23/12/2021

Besluit  Gemeenteraad

ma 13/12/2021 - 20:00

Heffing van een belasting op het storten van afval op de stortplaatsen te Kortemark voor de aanslagjaren 2022-2025.

Aanwezig: Jan Stoens, Voorzitter Gemeenteraad
Karolien Damman, Burgemeester
Stefaan Vercooren, Rik Waeyaert, Toon Vancoillie, Lynn Vermote, Christine Logghe, Schepenen
Ronny Vierstraete, Luc Vandermeersch, Jelle Vercoutere, Koen Decleir, Birger Debacker, Marc Vulsteke, Paul Kimpe, Laurens Vandewalle, Stijn De Neve, Dries Uyttenhove, Iris Plaisier, Rita Tyvaert, Steven Provoost, Mark Pollentier, Veerle Vanslembrouck, Tim Deweerdt, Gemeenteraadsleden
Sara De Meyer, Algemeen Directeur

Heffing van een belasting op het aanvoeren van afval naar de stortplaatsen te Kortemark voor de aanslagjaren 2022-2025

Aanleiding, feiten en context
  • Het is wenselijk en billijk het storten van afval op het grondgebied van de gemeente te belasten, aangezien het storten een belangrijke milieuhinder meebrengt voor de gemeente.
Relevante documenten
  • Besluit van de gemeenteraad van 28 januari 2019 betreffende de "Heffing van een belasting op het aanvoeren van afval naar de stortplaatsen te Kortemark voor de aanslagjaren 2019-2021"
Juridische overwegingen
  • Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
  • Het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017
  • De omzendbrief BB2011/01 van 10/06/2011 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit.
  • Artikelen 170, §4 van de Grondwet.
  • De financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget van de gemeente in evenwicht te houden.
Besluit:

 

Artikel 1: De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2022-2025 een gemeentelijke kohierbelasting in te voeren op het storten van volgende afvalstoffen op de daartoe vergunde stortplaatsen: mineraalslib, baggerspecie, niet reinigbare grond en bodem-as.

 

Artikel 2: Voor de afgifte van de afvalstoffen als vermeld in artikel 1 valt de belasting ten laste van degene die de stortplaats voor afvalstoffen exploiteert. De uitbaters van de vergunde stortplaatsen zijn verplicht per kwartaal een aangifte te doen van de aangevoerde tonnages.

 

Artikel 3: Het belastingtarief bedraagt:

3.1. Baggerspecie, mineraalslib en niet-reinigbare grond:

- voor een tonnage beneden 50.000 ton: 2,2 euro per ton afval.

- voor de tonnages boven 50.000 ton aanvoer: 2 euro per ton afval.

3.2.  Bodem-as: 1,3 euro per ton

 

De tarieven worden jaarlijks geïndexeerd volgens volgende formule:


   (basistarief x nieuw indexcijfer) / aanvangsindexcijfer.

 

  • Het basistarief zijn de tarieven zoals bepaald in dit artikel.
  • Het nieuwe indexcijfer is het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar.
  • De aanvangsindex is het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober 2021 (114,20, basis 2013).
  • De geïndexeerde tarieven worden steeds afgerond op 2 cijfers na de komma. Alles boven 0.005 wordt afgerond naar een hogere eenheid. Alles lager dan 0.005 wordt afgerond naar een lagere eenheid. 

 

Artikel 4: De belastingplichtigen, zoals bepaald in artikel 2, zijn ertoe gehouden aangifte te doen van de belastbare elementen op het daartoe bestemd formulier. De aangiften worden vóór de twintigste van de maand die volgt op ieder kwartaal aan de gemeente overgemaakt. Een kopie van de aangifte, bestemd voor OVAM, wordt tevens overgemaakt.

Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige kan de belasting ambtshalve gevestigd worden.

In geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt.

Voor de belasting ambtshalve wordt gevestigd, brengt de bevoegde overheid de belastingplichtige met een aangetekende brief op de hoogte van de redenen waarom ze gebruik maakt van deze procedure, de elementen waarop de belasting is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van die elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de 3de werkdag na datum van verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De belasting mag niet worden gevestigd voor die termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de provinciale en gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.

 

Artikel 5: De overtredingen op de aangifteverplichting worden vastgesteld door speciaal door het College van Burgemeester en Schepenen beëdigde en aangewezen ambtenaren.

 

Artikel 6: De belasting wordt ingevorderd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en latere wijzigingen.

 

Artikel 7: De publicatie op de website van deze beslissing wordt gemeld aan de toezichthoudende overheid.