Terug
Gepubliceerd op 01/12/2025

Besluit  Gemeenteraad

ma 24/11/2025 - 19:30

Onroerende goederen VO58 - Zijstraat Jan Mioenstraat te Kortemark (gedeelte van de sentier 58) tussen de huizen met nummer 15 en 19. Verkrijgende verjaring o.b.v. art. 13, § 5, gemeentewegendecreet – vaststelling

Aanwezig: Toon Vancoillie, Voorzitter gemeenteraad
Karolien Damman, Burgemeester
Stefaan Vercooren, Koen Decleir, Lynn Vermote, Jan Stoens, Christine Logghe, Schepenen
Marc Vulsteke, Ronny Vierstraete, Jelle Vercoutere, Tim Deweerdt, Laurens Vandewalle, Paul Kimpe, Birger Debacker, Stijn De Neve, Steven Provoost, Iris Plaisier, Jana Hindryckx, Anke Vandermeersch, Geert Cornette, Dirk Lagae, Dorine Onraedt, Gemeenteraadsleden
Sara De Meyer, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Marnic Deceuninck, Raadslid
Aanleiding, feiten en context
  • De zijweg van de Jan Mioenstraat te Kortemark (tussen de huizen nummer 15 en 19 en in de atlas buurtwegen gekend als deel van Sentier 58) is op vandaag eigendom van het OCMW Kortemark, maar wordt reeds meer dan 30 jaar publiekelijk gebruikt.

    De weg is geasfalteerd en er is elektriciteit aanwezig. Perceel is ten kadaster gekend onder nummer 32011_C_0177_C_002_00 met een oppervlakte van 312 m².

  • Het decreet gemeentewegen schrijft voor: "Als de gemeente met betrekking tot een grondstrook al dertig jaar bezitshandelingen heeft gesteld waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, dan is de gemeenteraad ertoe gerechtigd om de grondstrook zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein, zonder toepassing van artikel 28."
  • Uit onderzoek blijkt:

1. De beoogde inrit tussen de vermelde huizen is gekend in het rijksregister als “Jan Mioenstraat” en (deels) in de atlas der buurtwegen gekend als “sentier 58”.

2. Dit perceel van het OCMW is wel geasfalteerd en er werden elektriciteitspalen geplaatst.

  • Het beoogde straatgedeelte is dus een gemeenteweg waarvan de bedding eigendom is van het OCMW, maar die reeds lang publiek gebruikt wordt en die onder het rechtstreekse en onmiddellijke beheer van de gemeente valt.
  • Om in de toekomst verder onderhoud en desgevallend nutsleidingen aan te leggen is het logisch om het straatgedeelte over te dragen om niet naar de gemeente en te affecteren als openbaar domeingoed. De overdracht kan op basis van artikel 13, § 2, van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (hierna: het gemeentewegendecreet), dat in werking is getreden op 1 september 2019. Dit artikel bepaalt:

De gemeenteraad die op eigen initiatief of op grond van een verzoekschrift vaststelt dat een grondstrook gedurende de voorbije dertig jaar door het publiek gebruikt werd, belast het college van burgemeester en schepenen met de opmaak van een rooilijnplan, en met de vrijwaring en het beheer van de weg overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsbevoegdheden.

De vaststelling door de gemeenteraad van een dertigjarig gebruik door het publiek heeft van rechtswege de vestiging van een publiek recht van doorgang tot gevolg.

  • Verder, Artikel 13, § 5, van het gemeentewegendecreet luidt dan weer als volgt:

Als de gemeente met betrekking tot een grondstrook al dertig jaar bezitshandelingen heeft gesteld waaruit de wil van de gemeente om eigenaar te worden van de wegbedding duidelijk tot uiting komt, dan is de gemeenteraad ertoe gerechtigd om de grondstrook zonder financiële vergoeding op te nemen in het openbaar domein, zonder toepassing van artikel 28.

Voor de toepassing van het eerste lid worden onder meer het aanbrengen van een duurzame wegverharding als bezitshandelingen beschouwd.

  • Die laatste bepaling heeft tot gevolg dat de gemeenteraad zelf kan oordelen dat de gemeente ten gevolge van verkrijgende verjaring zonder enige vergoeding eigenaar is geworden van de grondstrook waarvan zij zelf heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden voor die verjaring is voldaan (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, nr. 1847/1, pp. 24-32).
  • In de parlementaire werken bij het gemeentewegendecreet wordt verduidelijkt wat onder “publieke gebruik” moet worden verstaan. Van publiek gebruik is er sprake wanneer de grondstrook wordt gebruikt door de inwoners van een gemeente. (Parl.St. Vl.Parl. 2018-19, 1847/1, 23), wat in casu het geval is.
  • Bezitshandelingen gedurende 30 jaar. Er wordt verder vastgesteld dat voor het beoogd gedeelte er een ongestoord, openbaar, niet-dubbelzinnig bezit in hoofde van de gemeente als eigenaar van de wegbedding tot op heden steeds werd aangehouden. Dat bezit omvat zowel een ‘materieel’ als een ‘moreel’ bestanddeel. De gemeente heeft tot op heden én daden als bezitter gesteld én daarbij steeds opgetreden vanuit de wil om zich als een eigenaar te gedragen. Dit bezit is ‘voortdurend’.
  • Onder de ‘materiële’ bezitsdaden begrijpen we het (laten) aanbrengen van een belangrijke duurzame verharding of van belangrijke infrastructuren (straatverlichting, waterbedelingsnet, elektriciteit, databekabeling, enz…).
Relevante documenten
  • Foto
  • Kadaster
Juridische overwegingen
  • Het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, artikel 13, § 2 en §5 
  • Het Decreet over het lokaal bestuur, artikel 40
Publieke stemming
Aanwezig: Toon Vancoillie, Karolien Damman, Stefaan Vercooren, Koen Decleir, Lynn Vermote, Jan Stoens, Christine Logghe, Marc Vulsteke, Ronny Vierstraete, Jelle Vercoutere, Tim Deweerdt, Laurens Vandewalle, Paul Kimpe, Birger Debacker, Stijn De Neve, Steven Provoost, Iris Plaisier, Jana Hindryckx, Anke Vandermeersch, Geert Cornette, Dirk Lagae, Dorine Onraedt, Sara De Meyer
Voorstanders: Toon Vancoillie, Karolien Damman, Stefaan Vercooren, Koen Decleir, Lynn Vermote, Jan Stoens, Christine Logghe, Marc Vulsteke, Ronny Vierstraete, Jelle Vercoutere, Tim Deweerdt, Laurens Vandewalle, Paul Kimpe, Birger Debacker, Stijn De Neve, Steven Provoost, Iris Plaisier, Jana Hindryckx, Anke Vandermeersch, Geert Cornette, Dirk Lagae, Dorine Onraedt
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

 

Artikel 1: De gemeenteraad beslist op basis van het voorliggende bewijsmateriaal de omschreven weg te erkennen als gemeenteweg, met de vestiging van een publieke erfdienstbaarheid van doorgang tot gevolg, volgens art. 13, §2 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Artikel 2: De gemeenteraad beslist het college van burgemeester en schepenen te belasten met de opmaak van een gemeentelijk rooilijnplan voor de weg in kwestie, eveneens volgens art. 13, §2 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.

 

Artikel 3: Op grond van de gestelde bezitsdaden oordeelt de gemeenteraad bovendien om de zate van de weg later op te nemen “om niet” in het gemeentelijk openbaar domein (affectatie) via een notariële akte, volgens art. 13, §5 van het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.